Klein leven
Afgelopen zomer was ik een maand vrij. Tot mijn verbazing bleef ik vooral thuis. Ik had nauwelijks behoefte oom de wereld in te trekken. Ik wilde lezen, wandelen, fietsen, koken, rommelen in de tuin. Stil worden. Klein leven. En op een vroege ochtend aan de waterkant, ik was net naar de overkant gezwommen om een plas te doen, dook een versje van mijn oma op in mijn geheugen. We vonden het toen ze gestorven was.
"Eens, lieve Jezus, zal ik U zien, wanneer ik kom te sterven. En Gij mij, "schoon onverdiend, de hemel zult doen erven."
Mijn oma werd ruim een eeuw geleden geboren, maar het hadden er ook drie kunnen zijn, zo anders was haar levensbeschouwing dan de onze. Voor haar was, zoals voor talloos veel generaties voor haar, deze wereld iets tijdelijks. Daarna volgde het eeuwige leven in de hemel. Een troostrijk idee, dat aanleiding gaf tot misbruik. Zo kregen arme sloebers vaak te horen dat hun lijden later wel gecompenseerd zou worden. En ook werden mensen bang gemaakt met het idee van de hel.
Tegenwoordig spreken zelfs gelovige mensen nauwelijks nog over een hiernamaals. In twee generaties tijd is onze blik van de hemel naar de aarde verschoven. Wat een ommekeer! Wij vertellen elkaar dat we maar één leven hebben, en dat we er alles uit moeten halen wat er in zit. En aangezien we financieel en technisch steenrijk zijn geworden, ligt de wereld aan onze voeten. YOLO!
Het is een zalig idee, dat ook aanleiding geeft tot misbruik. Want wanneer heb je genoeg? En ten koste van wat en wie? Soms schrik ik van de verongelijkte hebberigheid van veel Nederlanders, die mensen dat ze recht hebben op van alles en zich dus heel vaak tekortgedaan voelen. Is dat wat onze rijkdom ons brengt?
In oudste kloostertraditie beloven monniken stabilitas. Daarmee verbinden ze zich met een abdij en de grond waarop die staat.