Het blad
Als kind keek ik op een dag in de grote aarden waterkruik in onze voortuin. Deze werd gebruikt om water op te vangen en ik zag een prachtig blad op de bodem liggen. Het had allerlei verschillende kleuren. Ik wilde het eruit halen en ermee spelen, maar mijn arm was te kort om bij de bodem te kunnen. Dus pakte ik een stok en probeerde het blad eruit te krijgen. Het was heel lastig en ik werd ongeduldig. Ik roerde twintig, dertig keer met de stok, maar het blad kwam niet omhoog. Dus gaf ik het op en gooide de stok weg.
Toen ik enkele minuten later terugkwam, dreef het blad tot mijn verrassing op het water en kon ik het zo pakken. Terwijl ik weg was, was het water blijven ronddraaien en had het blad zo aan de oppervlakte gebracht. Zo werkt ons onderbewustzijn ook. Als we een probleem moeten oplossen of als we meer inzicht in een bepaalde situatie willen verkrijgen, moeten we het vinden van een oplossing toevertrouwen aan de diepere laag van ons bewustzijn. Het helpt ons niet er met onze denkende geest mee te worstelen.
Voordat je gaat slapen, kun je het volgende tegen jezelf zeggen: "Morgen wil ik om halfvijf wakker worden." De volgende dag word je dan vanzelf om halfvijf wakker. Ons onderbewuste, dat in het boeddhisme ons 'opslagbewustzijn' wordt genoemd, is een goede luisteraar. Het werkt samen met het denkende deel van ons bewustzijn, het deel dat we in het dagelijks leven veel gebruiken. Als we mediteren gebruiken we niet alleen dit denkbewustzijn, we moeten dan ook ons opslagbewustzijn gebruiken en hierop vertrouwen. Als we een zaadje van een vraag of probleem in ons opslagbewustzijn planten, moeten we erop vertrouwen dat er uiteindelijk een inzicht naar boven komt. Diep ademen, diep kijken en onszelf toestaan er gewoon te zijn, helpen ons opslagbewustzijn bij het aanreiken van het beste inzicht.