Maakt het echt iets uit?

Soms besef je dat je op het punt staat om iets te doen wat niet goed voelt. Je staat op het punt om uit gewoonte te reageren en je voelt een lichte twijfel of een bepaalde ongemakkelijkheid. Op dit soort momenten kun je je een hoop gedoe besparen door jezelf de volgende, simpele vraag te stellen: "Maakt het echt iets uit?"

Stel, ik sta op het punt om een bitse, beschuldigende e-mail te versturen: Maakt het iets uit? Is het voor mij echt zo belangrijk? Is het voor anderen echt zo belangrijk? Als ik iets wil pakken dat me niet is aangeboden: Maakt het uit? Maakt het iets uit, zelfs als niemand er ooit achter zal komen? Als ik dat laatste stuk opeet, een blikje uit het raam gooi of iemand woedend aankijk: Maakt dat uit? Wat zijn de gevolgen van mijn gedrag? Doe ik mezelf en anderen pijn? Als ik tegen iemand tekeerga: Maakt dat iets uit? Als ik mijn handelen vervolgens voor mezelf kan rechtvaardigen: Maakt dat dan uit? Maakt het iets uit of ik mijn verontschuldigingen aanbied? Welk drama zal zich ontvouwen door mijn woorden of handelingen? Hebben ze een grotere impact op de wereld?

Deze vragen zijn nauw verwant aan één van de belangrijkste aandachtspunten van het boeddhisme: hoe leid ik een deugdzaam leven? Alle geestelijke tradities kennen het begrip 'deugd', maar wat betekent het eigenlijk? Staat het gelijk aan het volgen van een lijst met dingen die mogen en niet mogen? Is een deugdzaam iemand meteen zo'n overdreven goeddoener? Is hij per definitie ook dogmatisch, star en zelfvoldaan? Of is er ook ruimte voor speelsheid, spontaniteit en ontspanning? Kun je van het leven genieten terwijl je tegelijkertijd ook deugdzaam bent?

Zoals veel geestelijke tradities bevat ook de dharma een reeks positieve en negatieve handelingen. Boeddhisten worden aangemoedigd om zich aan een aantal basale leefregels te houden, zoals niet doden, niet stelen en niet liegen. Voor leden van een monastieke gemeenschap, zoals ikzelf, bestaat een veel langere lijst met regels waaraan ze zich dienen te houden. Maar de Boeddha stelde deze regels niet uitsluitend op omdat mensen zich aan uiterlijke gedragscodes moeten houden. Boeddha's belangrijkste doel was altijd mensen helpen zich van hun lijden te bevrijden. Hij begreep dat ons lijden het gevolg is van de verwarring in onze geest, en zijn doel was om ons te laten ontwaken uit die verwarde toestand. Daarom moedigde hij gedragsvormen aan die dit ontwakingsproces bevorderen en raadde hij gedrag af dat dit proces belemmert.

Als je jezelf de vraag "Maakt het iets uit?" stelt, kun je om te beginnen kijken naar de uiterlijke, vaak beter herkenbare gevolgen van je daden. Maar je kunt ook dieper kijken naar de manier waarop je je eigen geest beïnvloedt: slijt een oude gewoonte hierdoor nog verder in? Versterk ik zo bepaalde neigingen die ik eigenlijk wil afzwakken? Als ik op het punt sta om te liegen om zo mijn gezicht te redden of een situatie mijn kant op te manipuleren, wat zijn dan de gevolgen? Word ik zo steeds onbetrouwbaarder. krijg ik een slecht geweten, of word ik op deze manier iemand die zichzelf steeds meer gaat veroordelen? Wat gebeurt er als ik ga experimenteren met geduld en vrijgevigheid? Op welke manier beïnvloeden mijn handelingen mijn proces van ontwaken? Waar zal het allemaal toe leiden?

Door jezelf dit soort vragen te stellen, ga je met andere ogen naar 'deugd' en 'deugdzaamheid' kijken. Deugdzaam gedrag heeft niets te maken met 'goed' doen omdat je vindt dat je geen goed mens bent en dat dit moet veranderen. Je laat je niet leiden door schuldgevoelens of dogma's, maar je baseert je keuze van handelen op wijsheid en vriendelijkheid. Zo gezien draait het bij onze vraag om: "waardoor ontwaakt mijn hart en wat staat dit proces in de weg?"

In het boeddhisme kennen we het woord 'karma'. Hiermee verwijzen we naar de werking van oorzaak en gevolg, actie en reactie, of - zoals sommige mensen zeggen: "je krijgt wat je toekomt." Er wordt gezegd dat we naar onze huidige omstandigheden moeten kijken als we meer over het verleden willen weten, omdat ze het gevolg zijn van handelingen uit het verleden. En willen we meer over onze toekomst weten, dan moeten we kijken naar de dingen die we nu doen. Zelf vind ik dit laatste aspect van karma het meest behulpzaam. Aan het verleden en heden kunnen we niets meer veranderen, maar de toekomst is een onbeschreven blad. Wat we nu doen, geeft mede vorm aan onze toekomst - niet alleen onze eigen toekomst, maar de toekomst die we met veel anderen delen.

Ieder woord dat we spreken en iedere handeling die we verrichten, beïnvloedt onze toekomst. Maar waar komen die woorden en handelingen vandaan? Ze beginnen allemaal in onze geest. Als we zwelgen in wrok- en haatgevoelens of een obsessief zelfingenomen manier van denken, creëren we meerdere problemen voor onszelf. Om te beginnen, lijden we aan de directe pijn die deze gedachten en emoties veroorzaken. Vervolgens misdragen we ons vaak zodanig dat we onszelf en anderen kwetsen. Uiteindelijk versterken we op deze manier een gewoonte die we beter achter ons kunnen laten.

Dit laatste gevolg is het meest verraderlijk. In de hersenwetenschappen wordt de laatste jaren veel gesproken over neuroplasticiteit. Onze gewoonten zijn een soort groeven in de hersenen, die dieper en dieper worden wanneer we onze gewoontepatronen blijven volgen. Zolang je in diezelfde groef blijft, kun je onmogelijk aan de gewoonte ontsnappen. Maar als je je gewoontegedrag doorbreekt of tegen je geneigdheid ingaat, creëer je nieuwe paden in de hersenen.

Deze wetenschappelijke kijk lijkt veel op het boeddhistische concept van karma en de zaden van karma. Met onze handelingen en gedachten zaaien we voortdurend zaden in ons onderbewustzijn, die uiteindelijk hun vruchten zullen afwerpen wanneer de juiste voorwaarden samenkomen. Stel, je bent op bezoek bij je nicht Monique, aan wie je je al jarenlang regelmatig ergert. Tijdens jullie samenzijn bouwt de voortdurend aanwezige ergernis zich verder  op. Hierdoor worden er nieuwe irritatie-zaadjes in je onderbewustzijn gezaaid. Ook al gooi je geen glas tegen de muur en zeg je niets naars, je gedachten zijn wel destructief en agressief - mogelijk lig je in bed een half uur lang alle tekortkomingen van Monique voor jezelf door te nemen. Vervolgens ga je naar huis en zie je haar een tijdje niet. Misschien dat je zelfs helemaal niet meer aan haar denkt. Maar de volgende keer dat haar naam valt, al is het vijf jaar later, raak je weer geïrriteerd en voed je je neiging opnieuw. Wat je reactie ook is, deze zaait altijd meer zaadjes in je geest die in de toekomst zullen ontkiemen. En zo gaat het maar door.

Dit voorbeeld geeft aan waarom cyclische gewoontepatronen zo moeilijk te doorbreken zijn. In bovenstaand voorbeeld lijkt er niet veel op het spel te staan. Maar stel dat je zo'n relatie met een collega hebt, met je kind, partner of baas? En wat kan er allemaal niet gebeuren als de toestand tussen twee landen zo is? Maar zelfs de relatie met je nicht Monique die je slechts af en toe ziet, zijn de gevolgen groter dan het in eerste instantie lijkt. Zo kan je irritatie negatieve gevoelens of zelfs een breuk in de familie veroorzaken. Als je snel geïrriteerd bent, kan die neiging door deze houding worden versterkt. Misschien ben je geneigd om de dingen heel persoonlijk op te vatten, je te richten op andermans tekortkomingen of ben je niet in staat om de dingen door de ogen van de ander te zien en worden deze patronen door je houding ten opzichte van Monique versterkt. Als je jezelf de vraag stelt: "Maakt het iets uit?", ga je beseffen hoeveel verschillende aspecten iedere situatie heeft. Dan ga je beseffen dat we met de hele wereld verbonden  zijn en dat zelfs onze denkpatronen een hele reeks gevolgen in werking kunnen zetten.

Veel van mijn leraren spreken over de noodzaak van het zo goed mogelijk behouden van payu. Dit is een Tibetaans woord en kan vertaald worden met 'onderscheidingsvermogen', 'waakzaamheid', 'gewaarzijn' of 'oplettendheid'. Als je beseft dat alles wat we doen, zeggen en zelfs denken gevolgen heeft, word je gestimuleerd om je payu zo veel mogelijk te behouden. We zijn niet meteen zover dat we in een toestand verkeren waarin onze payu zo fijnzinnig is dat niets ons meer ontgaat. Maar het helpt al heel veel als je gewaarzijn zover is ontwikkeld dat je karmische consequenties herkent en weet welke dingen verbetering en welke verslechtering in de hand werken. Dit voorkomt dat we helemaal verstrengeld raken in pijnlijke emoties zoals agressie en begeerte. Je kunt nog wel boosheid of begeerte voelen, maar payu voorkomt dat je helemaal in deze emoties opgaat waardoor de kans bestaat dat je er een enorme puinhoop van maakt. Met behulp van payu kunnen we ons leven intelligenter leven.

Je weet nooit wat er in je leven zal gebeuren of wat er in je hoofd gaat opkomen. Alles wat we doen laat een indruk achter in onze geest. Deze blijft latent aanwezig tot de juiste voorwaarden samenkomen - bijvoorbeeld de volgende keer dat iemand de naam 'Monique' uitspreekt. Dzigar Kongtrul Rinpoche vergelijkt dit met het nemen van een foto met een Polaroidcamera. Als de film belicht wordt, reageren de chemicaliën op het negatief en komt het beeld tevoorschijn.

Onlangs had ik een interessante ervaring wat dit betreft. Ik voelde iets wat ik tientallen jaren niet had gevoeld, namelijk een gevoel van afwijzing, bijna alsof ik plotseling door een partner werd verlaten. Als tiener was dit echt een ding voor mij, toen voelde ik dit bijna voortdurend. Ik had nooit de goede kleren of het goede haar. Het kwam er in feite op neer dat ik niet voldeed aan de beschrijving van 'een mens'. Maar toen dit gevoel kortgeleden plotseling weer omhoogkwam, had ik geen idee waar het vandaan kwam. Het is niet zo dat ik onlangs door een partner verlaten ben, maar toch was er datzelfde eenzame gevoel van verlatenheid. Het was volkomen irrationeel, maar om één of andere onbekende reden waren de juiste voorwaarden ontstaan die de ontwikkelde Polaroid belichtten. Maar anders dan toen ik een tiener was, had deze ervaring mij nu niet in haar greep. Dit kwam doordat ik haar kon zien voor wat ze was en er niet volledig in opging om daardoor nog meer zaden van 'me afgewezen voelen' te zaaien.

Hoewel we dat wat het volgende moment opkomt en de gevoelens die dit teweegbrengt niet kunnen voorspellen of in de hand hebben, kunnen we wel iets doen aan de manier waarop we reageren. We kunnen iets doen aan de manier waarop we ons verhouden tot alles wat er in ons opkomt. Hierbij speelt de vraag "Maakt het iets uit?" een rol. De vraag geeft aan dat we altijd kunnen kiezen hoe we op iets reageren. Hoe meer we payu in ons achterhoofd houden terwijl we onze dagelijkse dingen doen, hoe eenvoudiger het wordt om te zien dat we inderdaad een keuze hebben.

Wanneer er iets heel vervelends gebeurt in je leven, is het moeilijk om uit je gewoontepatronen te breken. Dan word je vaak volledig meegesleurd en handel je blindelings zonder enig inzicht in de situatie, waardoor je je gewoontepatroon in stand houdt. Op andere momenten ren je achter iets aan waarvan je weet dat het niet goed voor je is - ongezond gedrag, een ongezonde relatie, ongezond eten - omdat de aantrekkingskracht van je geneigdheid te sterk is. Tijdens dit soort beproevingen denken we al snel dat we voor de rest van ons leven in de groef van onze gewoonte gevangen zitten.

Je kunt hier echter ook op een veel optimistischer manier naar kijken. Als ontwaken ten bate van jezelf en andere levende wezens je doel is, dan zul je moeten veranderen. Dit soort uitdagingen biedt de beste mogelijkheden voor verandering. Steeds als we merken dat we de hele riedel van een gewoontereactie weer ingaan, hebben we de mogelijkheid om het momentum te doorbreken en een totaal nieuwe richting en diepte in ons leven te ontdekken.

Trungpa Rinpoche zei: "Alles wat je ervaart kan óf een volgend obstakel óf een pad naar bevrijding worden." Ter illustratie zei hij: stel, er zit een vlieg op je been. Als je gewoonlijk agressieve gevoelens krijgt bij vliegen, kun je hierin meegaan en klap de vlieg doodslaan. Op deze manier voeg je obstakels toe; je zaait meer zaadjes van agressiviteit en ongevoeligheid., die het ontwaken van je hart belemmeren. Maar je kunt ook vriendelijk proberen te reageren op de vlieg, al gaat dit tegen je eerste neiging in. Je kunt hem gewoon vriendelijk bekijken of je hand voorzichtig naar hem toe bewegen zodat hij opvliegt. Hierdoor verandert het bezoek van de vlieg van een vervelend voorval in een mogelijkheid om zaden van vriendelijkheid en verdraagzaamheid te zaaien en je waardering voor de heiligheid van het leven te tonen. Zo wordt dit onbeduidende voorval een manier om openhartiger en opener van geest te worden, oftewel: om jezelf te bevrijden.

We zijn op geen enkele manier gedoemd vanwege de dingen die zijn gebeurd. Je kunt nu, hier beginnen en je uiterste best doen. Er is altijd wel iets, hoe klein ook, waarmee je je gewoontepatronen kunt veranderen, al is het maar een beetje. Je kunt een aantal keren bewust in- en uitademen, even een stap terug doen, of een blokje om gaan om je energie te veranderen. Het kan van alles zijn, zolang wat je doet de escalatie van lijden door steeds weer mee te gaan in je gewoontepatroon maar doorbreekt.

Je zult je vertrouwde gewoonten niet van de ene op de andere dag kwijtraken. Als je sterk geneigd bent om te veel van een bepaald soort voedsel te eten, dan moet je er niet van uitgaan dat je het vanaf dit moment nooit meer zult eten, dat is wel heel erg streng. Stel, je zit op kantoor, je werk moet af en de overweldigende geur van chocoladekoekjes waait door het raam naar binnen - en laten chocoladekoekjes nu net dát zijn waarvan je geneigd bent veel te veel te eten. Hoe ga je hier dan verstandig mee om? Moet je het raam dichtdoen en in de verste hoek van de kamer in de lotushouding gaan zitten tot je vermoedt dat de geur is verdwenen? Dat lijkt me geen realistische oplossing. Maar ook precies het tegenovergestelde kun je voorkomen. Je hoeft niet meteen de trap af te rennen op zoek naar zo veel mogelijk chocoladekoekjes. Neem gewoon even een paar momenten de tijd op de plek waar je bent, om het gevoel van de begeerte naar de koekjes volledig tot je door te laten dringen. Deze geringe inspanning doet iets met je gewoontepatronen. De paden in je hersenen veranderen erdoor. Als je vervolgens naar beneden gaat en een paar koekjes eet, kun je ervan uitgaan dat het je gelukt is om iets aan je patroon te veranderen. Als je deze methode volhoudt, zullen de veranderingen zich opstapelen. Uiteindelijk zal de geur van chocoladekoekjes niet meer dat overweldigende effect op je geest hebben. Wat niet wil zeggen dat je niet meer van de koekjes kunt genieten.

Wat we doen, zeggen en denken maakt wel degelijk uit. Alles telt, alles laat een indruk in onze geest achter. Maar tegelijkertijd is er genoeg ruimte om te ontspannen en te genieten van alles wat het leven te bieden heeft. Als je jezelf afvraagt "Maakt het iets uit?" en gebruikmaakt van payu, kun je op een vriendelijke maar effectieve manier met je karma werken en geleidelijk je geest en gewoonten transformeren. Als je deze methode onder de knie krijgt, zul je meer dan ooit van het leven kunnen genieten, omdat je niet langer wordt meegesleurd door je zelfdestructieve neigingen. Daarom moedigt de Boeddha ons aan om een deugdzaam leven te leiden.