Gechenken van mijn leraar
Toen ik op mijn zestiende als novice in het klooster trad, kreeg ik een geschenk van mijn leraar: een boek met vijftig oefengedichten met als titel Gatha's voor dagelijks gebruik, samengesteld door een grote Chinese zenmeester. Al meer dan duizend jaar gebruiken we binnen de kloostertraditie van zen gatha's als hulpmiddel om ons meer bewust te worden van onze dagelijkse handelingen.
Het allereerste leerboek dat ik kreeg, was dus een poëziebundel. Hoe vreemd! Als novice moesten we al deze gedichten uit ons hoofd leren zodat we ermee konden oefenen. Binnen mijn traditie is poëzie sterk verbonden met meditatie, net als muziek en kunst. De gedichten in het boek waren geschreven in klassiek Chinees en hadden vier regels. Iedere regel bestond uit slechts vijf woorden, waardoor ieder gedicht dus uit in totaal twintig woorden bestond. Eén gedicht hoorde bij het gaan zitten. Je gaat zo zitten, dat je de energie van mindfulness opwekt. Er was zelfs een gedicht voor het wassen van je gezicht en het aantrekken van je monnikspij. Iedere dagelijkse handeling kan poëtisch en mindful worden uitgevoerd. Ik houd erg van deze beoefening.
Er stond ook een gedicht in dat we moesten reciteren als we een lamp aanstaken. In die tijd hadden we nog geen elektriciteit en ook geen stromend water, We gebruikten kerosinelampen en als je deze aanstak, reciteerde je het gedicht in stilte voor jezelf. Zo was er ook één voor het aansteken van een kaars. Ik was heel gelukkig als jonge novice. We hadden heel veel tijd om te oefenen en ook om buiten te spelen en plezier te maken.
Later, nadat ik tot monnik was gewijd, vond ik dat deze gedichten in modern Vietnamees vertaald moesten worden, zodat het vanzelfsprekender werd om ermee te oefenen. Daarom vertaalde ik ze allemaal. Tegenwoordig zijn ze ook in het Engels, Frans, Duits en veel andere talen beschikbaar voor iedereen die er plezier aan wil beleven en ermee wil oefenen.
Sommige onderdelen van de kloostertraditie zijn ook toepasbaar in het leven van mensen die gewoon in de maatschappij leven. Toen ik in 1966 de monnik Thomas Merton ontmoette in zijn trappistenklooster in Kentucky, wisselden we hier graag over van gedachten. Loopmeditatie, het gebruik van gatha's en de beoefening van mindful ademen zijn eenvoudig inpasbaar in het dagelijks leven. Vele jaren heb ik de kloostercultuur gedeeld met lekenvrienden en medebeoefenaars. Er zijn veel vrienden over de hele wereld die met het gedicht voor tandenpoetsen oefenen terwijl ze hun tanden poetsen en met het gedicht voor het aantrekken van je jas terwijl ze hun jas aantrekken.
In mijn tijd hadden we al wel fietsen, maar als monnik reed je daar niet op. Vroeger reden monniken paard, maar niet op een fiets. Ik was één van de eerste boeddhistische monniken in Vietnam die op een fiets reed. Dat was in die tijd niet erg 'des monniks'. Op een dag besloten we met een groepje van zes monniken om het eens te proberen. We huurden zes fietsen en leerden hoe we erop moesten rijden. Vanaf toen zijn we fietsen blijven gebruiken. Veel mensen vonden dat maar vreemd. Nu rijden monniken auto en gaat alles veel sneller. Maar toen was een monnik op een fiets iets nieuws. Omdat we met plezier en aandacht fietsten, beoefenden we zo ook fietsmeditatie. Ik schreef zelfs een gedicht voor fietsen en later ook één voor autorijden. Dit soort gedichten kunnen ons helpen om ieder moment diep te beleven, mindful en in contact met de spirituele dimensie van het leven.