Hoofdstuk 1
Het was bijna negen uur, de zon ging onder in een grauwpaarse wolkenbank
en ik was verdwaald. Ik keerde de auto op een inrit en reed een kleine
kilometer terug naar de wegwijzer.
Ik had net een etmaal doorgebracht bij een cliënt die vlak bij de kust
woonde en ik was weer op weg naar Londen, maar het was duidelijk niet
slim geweest om de hoofdweg te verlaten en kleine weggetjes te kiezen.