De vier edele waarheden

Om ons leven te veranderen, dienen we ten eerste te onderkennen dat onze huidige situatie niet bevredigend is. Alleen wanneer we de onderliggende, ellendige staat waarin we verkeren herkennen. zal het verlangen om een spiritueel pad van innerlijke transformatie te volgen in ons opkomen. Als we tevreden en gelukkig met ons leven waren, zou er weinig reden zijn om verandering na te streven. De Boeddha onderwees daarom de eerste edele waarheid: vaststellen dat de actuele toestand van ons bestaan lijden is.

Als we de ongelukkige toestand onderkennen waarin wij ons bevinden, zal dat vanzelf de vraag oproepen wat tot deze toestand heeft geleid. De tweede edele waarheid verklaart de oorsprong van onze staat van lijden. Volgens de boeddhistische zienswijze wordt bestaan veroorzaakt door verstorende emoties die ons ertoe aanzetten ons egoïstisch te gedragen. Onze egocentrische handelingen veroorzaken op hun beurt ons ongeluk en de neiging om ons niet-deugdzame gedrag te herhalen, waarbij we nog meer ellende veroorzaken. Deze tragische reeks van gebeurtenissen, die zich over veel levens uitstrekt en steeds groter lijden teweegbrengt, wordt in zijn geheel veroorzaakt door onze handelingen, die voortkomen uit ons vastklampen aan een idee van 'ik' als de kern van ons bestaan. Vanuit dit vastklampen aan een ze;f komt de zelfkoestering voort die ons  ertoe aanzet onszelf op alle mogelijke manieren te bevredigen en te beschermen tegen alles wat ons geluk bedreigt. Zo zien we dat onze ellende voortkomt uit oorzaken - fysieke, verbale en in het bijzonder mentale handelingen - die afkomstig zijn van ons vastklampen aan een kern van zelf.

Als we zouden inzien dat dit zelf feitelijk niet bestaat, zou onze herkenning daarvan ons vanzelf weerhouden van egoïstisch gedrag en daarmee zou er een einde komen aan onze instinctieve neiging om te handelen op een manier die tot toekomstige ellende leidt. Met de derde edele waarheid onderwees de Boeddha dat aan alle lijden een einde komt wanneer we de oorzaken ervan wegnemen.

De neiging ons vast te klampen aan een gevoel van zelf en dat zelf te koesteren, is een gewoonte die diep verankerd is in elke vezel van ons wezen. Het vereist een training van jaren om ook maar enige verandering tot stand te kunnen brengen in dergelijk ingesleten gedrag. Om een einde te maken aan samsara zijn talloze levens van beoefening nodig. Met de vierde edele waarheid onderwees de Boeddha hoe we ons moeten toeleggen op de training die leidt tot bevrijding uit samsara.