De pij van mijn leraar

Mijn monnikswijding in de Tu Hieu-Tempel stond gepland om vier uur 's morgens. De avond ervoor, na het chanten, zag ik mijn leraar in zijn kamer op een kussen naast het flikkerende licht van een kaars zitten. Er lag een hoge stapel oude geschriften op de tafel naast hem. Heel nauwkeurig repareerde hij een scheur in een oude, bruine pij. Ondanks zijn hoge leeftijd had hij nog altijd een scherp zicht en een rechte houding. Broeder Tam Man en ik stopten bij zijn deur en keken naar hem. Terwijl mijn leraar de naald langzaam door de stof trok, zag hij er uit als een bodhisattva, verzonken in diepe meditatie.

We stapten de kamer in en mijn leraar keek omhoog. Toen hij ons zag, knikte hij, liet vervolgens zijn hoofd weer zakken en ging verder met naaien. Broeder Tam Man zei: "Eerwaarde leraar, gaat u alstublieft rusten, het is al erg laat."

Mijn leraar keek niet op toen hij sprak: "Laat me dit naaiwerk even afmaken, dan kan je broer de pij morgenochtend aan."

Toen begreep ik waarom mijn leraar die middag met zijn stapel oude pijen bezig was geweest. Hij zocht de minst versleten pij om deze te repareren zodat ik hem aan kon trekken. De volgende dag zou ik voor het eerst een bruine pij aantrekken. De afgelopen drie jaar mochten we als aspirant alleen een grijze pij dragen. Na de wijding tot novice mocht ik de kostbare pij die in de soetra's de 'pij van bevrijding', de 'pij van vrijheid' wordt genoemd, dragen.

Ik stamelde: "Eerwaarde leraar, laten we Tante Tu vragen om dit naaiwerk af te maken."

"Nee, ik wil dit voor jou met mijn eigen handen naaien," antwoordde hij zachtjes.

Het was stil.

Met onze armen op eerbiedwaardige wijze gevouwen, stonden we bij de muur. We durfden niets meer te zeggen. Iets later sprak mijn leraar terwijl hij zijn ogen op de naald gericht hield: "Ken je het verhaal in de soetra's over een belangrijke leerling uit de tijd van de Boeddha, die de verlichting bereikte door het naaien van pijen? Ik zal het je vertellen. Deze leerling had vaak plezier in het herstellen van pijen, hierdoor ervoer hij een grote vrede. Hij repareerde zijn eigen pij en ook die van zijn dharmabroeders. Steeds als hij de naald door de stof haalde, kwam er een heilzame goedheid in hem omhoog, die de kracht tot bevrijding bevatte, Op een dag, terwijl hij de naald door de stof haalde, kreeg hij inzicht in een heel diepzinnig, prachtig onderdeel van de leer en tijdens zes opeenvolgende steken, verwierf hij de zes bovennatuurlijke krachten."

Ik draaide mijn hoofd om en keek mijn leraar met een diepe genegenheid en respect aan. Mijn leraar had de zes bovennatuurlijke krachten misschien niet ontvangen, maar hij had wel een diep niveau van begrip en inzicht bereikt. 

Eindelijk was de pij klaar. Mijn leraar wenkte me dichterbij. Hij vroeg me om de pij aan te trekken. Hij was iets te groot voor me, maar dat maakte verder niets uit. Van geluk sprongen de tranen me in de ogen. Ik had de meest gewijde vorm van liefde ontvangen, pure liefde, zachtmoedig en ruimte scheppend; het was de voeding voor mijn aspiraties tijdens de vele jaren van training en beoefening.

Mijn leraar gaf me de pij. Ik nam hem aan, wetend dat dit een grote bemoediging betekende en dat hij met tedere, discrete liefde aan mij gegeven werd. De stem van mijn leraar was op dat misschien wel het vriendelijkste en liefste wat ik ooit had gehoord.

"Ik heb hem zelf hersteld zodat jij hem morgen kunt dragen, mijn zoon,"

Het was zo eenvoudig, maar ik was diep geraakt door zijn woorden. Het was nog geen tijd voor de inwijdingsceremonie en ik lag nog niet op mijn knieën voor de Boeddha terwijl ik de grote gelofte om alle levende wezens te redden uitsprak, maar in mijn hart legde ik op dat moment in alle oprechtheid de grootse en diepe gelofte af om een dienstbaar leven te leiden. Broeder Tam Man keek me vol genegenheid aan, en op dat moment was het universum voor ons werkelijk gevuld met heerlijk ruikende bloemen.

Sinds die dag heb ik vele pijen versleten. Een nieuwe bruine pij voelt een tijdje nieuw en dan denk je er niet meer aan. Maar de oude, versleten bruine pij van toen is mij nog altijd heilig. Inmiddels is die pij te versleten om te dragen, maar ik heb hem nog altijd, zodat ik tijdens een moment van reflectie terug kan kijken op de mooie herinneringen aan het verleden.