Voorwoord
Vlak voordat iik de rode loper op wilde stappen, gebeurde het. Ik herschikte nog gauw even de sjaal die ik om mijn schouders droeg en rukte daarmee een paar pailletten van mijn jurk. De stof scheurde alsof het vloeipapier was. Paniek!
Voor me liep Dita von Teese, de burleske danseres die op dat moment in het nieuws was vanwege haar scheiding van rocker Marilyn Manson, dus gelukkig had niemand oog voor mijn leed. Tegen de tijd dat de internationale pers de roomblanke huid, het ranke figuurtje en de torenhoge gouden hakken van Dita vast had gelegd en met een niet-herkennende blik in mijn richting keek, had ik de sjaal zo'n beetje over het gat gedrapeerd. Uiterlijk doodkalm, maar innerlijk vloekend, poseerde ik voor de fotografen die zich waarschijnlijk massaal afvroegen wie de rare lange griet met die bevroren grijns was.
Uit de hele wereld waren prominenten uitgenodigd om de glamoreuze presentatie van de nieuwe sieradenlijn van Montblanc bij te wonen in een speciaal voor die gelegenheid gebouwd ijspaleis in Chamonix, aan de voet van de Mont Blanc. Ik mocht als romanschrijfstertje samen met modeontwerpster Monique Collignon komen opdraven. Monique was mijn bondgenote in raar lang zijn, maar helaas niet in outfits met gaten. Zij suste dat het "best meeviel met dat scheurtje". Haar eufemistische opmerking was ongetwijfeld lief bedoeld, maar sorteerde geen enkel effect. Ik bleef de rampplek, die in mijn gedachten inmiddels groteske proporties had bereikt, strategisch afdekken.
In mijn rijke geschiedenis van kledingrampen (een ladder in een panty beschouw ik inmiddels als accessoire) was dit paillettenongeval toch wel het absolute dieptepunt. Het hielp ook niet dat ik was omringd door beroemde en buitenaards mooie vrouwen als Lucy Liu, Naomi Campbell en Juliette Binoche in prachtige en smetteloze creaties. Natuurlijk hoorde ik gewoon niet thuis op dit galadiner, somberde ik, en was mijn gehavende outfit daar slechts het symbool van.
Treurig keek ik om me heen, dit keer niet naar de designjurken, maar naar de vrouwen in al die designjurken. Plots ontdekte ik bestudeerde loopjes, gekunstelde houdingen en onnatuurlijke gelaatsuitdrukkingen. Elke vrouw op dit feest was, net als ik, bezig met hoe ze overkwam! De jurken waren hier de baas, besefte ik, en ik voelde me als het kind dat de nieuwe kleren van de keizer ontmaskert. De jurken droegen ons in plaats van wij de jurken.
Er was één vrouw in het gezelschap bij wie dit niet het geval was: Jerry Hall. Zij liep met verende tred, had een geamuseerde, ontspannen uitdrukking op haar gezicht en leek het écht naar haar zin te hebben in plaats van krampachtig de indruk te willen wekken. Ze leek bovendien in een heus gesprek verwikkeld en dronk daadwerkelijk uit het champagneglas in haar hand,
Jerry Hall, voormalig topmodel, actrice en ex-echtgenote van Mick Jagger, was dit jaar vijftig geworden, wist ik, en gold daarmee als één van de oudere vrouwen in het gezelschap. Haar blonde haar had misschien wat glans verloren en haar taille aan omvang gewonnen, maar ze was nog altijd adembenemend mooi. En meer dan dat. Ze bezat iets waar het de jongere schoonheden om haar heen aan ontbrak: een mengeling van flair, zelfverzekerdheid en humor. Laten we het 'zwier' noemen.
Toen Jerry Hall in de damestoiletten naast me kwam staan om haar vuurrood gestifte lippen bij te werken, kreeg ik de kans om haar van dichtbij te bewonderen. Tot mijn grote vreugde was ze net zo lang als ik. Via de spiegel glimlachten we naar elkaar.
"Is it dinner time yet?" vroeg ze met een knipoog. Ze had honger. En ze durfde dat toe te geven.