De fundamentele dubbelzinnigheid van het mens-zijn

Wanneer wij merken dat de wereld om ons heen voortdurend verandert, hebben wij als mens allemaal de neiging om te zoeken naar zekerheid. In moeilijke tijden zoeken we nog harder naar vaste grond onder de voeten, naar iets wat voorspelbaar en veilig is. In werkelijkheid wordt ons bestaan juist gekenmerkt door een voortdurende verandering. Of we het nu beseffen of niet, alles verandert. 

Omdat we een diepe angst koesteren voor hoe de dingen in werkelijkheid zijn, bevinden we ons in een hachelijke situatie en zijn we veroordeeld om te lijden. Onze pogingen om blijvend genot en permanente zekerheid te vinden staan namelijk haaks op het feit dat we deel uitmaken van een dynamisch systeem waarbinnen alles en iedereen voortdurend in ontwikkeling is en verandert. 

We zitten dus met een groot dilemma dat enkele dringende vragen oproept. Hoe kunnen we in het besef dat we een keer zullen sterven eerlijk onze vergankelijkheid onder ogen zien? Hoe is het om te beseffen dat we ons leven nooit helemaal voor elkaar zullen hebben? Kunnen we leren om meer instabiliteit en verandering te verdragen? Hoe kunnen we onvoorspelbaarheid en onzekerheid leren accepteren en ze benutten om ons leven te transformeren?

De Boeddha heeft vergankelijkheid één van de drie belangrijkste kenmerken van ons bestaan genoemd, een onloochenbare realiteit. Desondanks verzetten wij ons er heftig tegen. Wij denken dat we als we nu maar dit doen of dat nalaten op de één of andere manier zekerheid, betrouwbaarheid en greep op ons leven krijgen. En wat zijn we teleurgesteld als dingen anders lopen dan we hadden gepland!