De aanwezigheid van de ander erkennen

Nu wil ik je graag een andere mantra voorstellen. Wanneer je echt aanwezig bent, kun je ook de aanwezigheid van de ander erkennen. Er zijn is de eerste stap, en de aanwezigheid van de ander erkennen is de tweede stap. Liefhebben is zijn; geliefd zijn is door de ander erkend worden. Als je iemand liefhebt en zijn of haar aanwezigheid blijft negeren, is dit geen ware liefde. Misschien is het niet je bedoeling om deze persoon te negeren, maar de manier waarop je handelt, kijkt en spreekt, toont niet de wens de aanwezigheid van de ander te erkennen. Je moet doen wat noodzakelijk is: de aanwezigheid van de persoon die je liefhebt meerdere malen per dag erkennen.

Om dit doel te bereiken, is het ook belangrijk de eenheid van lichaam en geest te oefenen. Oefen drie maal, vijf maal, zeven maal een bewuste inademing en uitademing. Dan ga je naar die persoon toe, kijkt hem of haar bewust en met een glimlach aan. En je zegt de tweede mantra: "Lieverd, ik weet dat je hier bent en dat maakt me heel gelukkig." Als je op deze manier oefent, heel geconcentreerd en bewust, zul je zien dat deze persoon zich onmiddellijk opent, als een bloem die tot bloei komt. Geliefd worden is erkend worden, en je kunt dat meerdere malen per dag doen. Het is helemaal niet moeilijk en het is echte meditatie.

Alles wat je bewust doet, is meditatie. Wanneer je een bloem aanraakt, kun je dit met je vingers doen, maar nog beter is het om dit met bewuste aandacht te doen, met je volle aandacht. Inademend weet ik dat de bloem er is; uitademend glimlach ik naar de bloem. Terwijl je op deze manier oefent, ben je er werkelijk en tegelijkertijd is de bloem er werkelijk. Als je er niet echt bent, is er niets. De zonsondergang is iets prachtigs, zoals ook de Volle Maan, maar daar je er niet werkelijk bent, is de zonsondergang er niet voor jou. Van tijd tot tijd laat ik mezelf naar de Volle Maan kijken, ik adem diep in en ik adem diep uit en ik oefen: "Ik weet dat je er bent en daar ben ik erg blij om." Ik oefen dat met de Volle Maan en met de kersenbloesems. We worden omringd door wonderen, maar we moeten ze erkennen; anders is er geen leven.

De Boeddha vertelde ons het volgende: "Het verleden is er niet meer, de toekomst is er nog niet, er is maar één ogenblik waarin leven beschikbaar is en dat is het huidige moment." Mediteren is geest en lichaam terugbrengen in het huidige moment, zodat je niet je afspraak met het leven misloopt.

Albert Camus schreef een roman, De vreemdeling, waarin hij zijn hoofdpersoon Meursault tot de dood veroordeeld is. Drie dagen voor de terechtstelling kan hij voor het eerst in zijn leven de blauwe hemel aanraken. Hij is in zijn cel, hij kijkt naar het plafond. Hij ontdekt een hoekje blauwe lucht dat in het dakraam verschijnt. Het is vreemd genoeg dat een man van veertig jaar voor de eerste keer de blauwe lucht ziet. Natuurlijk had hij voorheen de sterren en de blauwe lucht meer dan eens gezien, maar deze keer was het werkelijkheid. Misschien weten we niet hoe we de blauwe lucht op zo'n intensieve manier kunnen aanraken. Het moment van gewaarwording dat Camus beschrijft is bewuste aandacht: plotseling ben je in staat het leven aan te raken.

In het boeddhisme wordt de energie die ons helpt het leven diepgaand te beleven smrti genoemd, de energie van bewuste aandacht. Iedereen bezit een zaad van deze energie. Als we bewust ademhalen beoefenen, kunnen we deze energie  opwekken. Wanneer je inademt, erken je op dat moment dat dit een inademing is; wanneer je uitademt, ben je je ervan bewust dat dit een uitademing is. Erkennen wat er in dit moment is, is oplettendheid. Dat is de energie van bewuste aandacht. Dus dan, met deze mantra, ga je je oefenen in de erkenning van de aanwezigheid van je geliefde: "Lieverd, ik weet dat je er bent en dat maakt me gelukkig."

Dit is echte meditatie. In deze speciale meditatie is er opeens liefde, mededogen, vreugde en vrijheid - de vier aspecten van ware liefde, waar de Boeddha over spreekt.