Lijden en geluk

We vormen allemaal het middelpunt van ons eigen universum. We bepalen oost, west, noord en zuid, evenals boven en onder in relatie tot waar wij onszelf bevinden. Het zelf kan worden gezien als het fundamentele kader van waaruit wij het hele bestaan begrijpen en ons ertoe verhouden.

Lijden, dat we kunnen zien als ons persoonlijke samsara, en geluk, dat onze bevrijding van dat lijden is, komen uiteindelijk voort uit ons gevoel van een zelf. Mijn lijden is het gevolg van mijn toegeven aan zelfzuchtig gedrag. En dat gedrag zet me ertoe aan te handelen op manieren die mij nog meer lijden opleveren. Ik lijk alsmaar rond te draaien binnen de cyclus van wedergeboorten die mijn samsara vormen. Mijn streven naar geluk komt voort uit mijn verlangen om vrij te zijn van lijden.

Samsara en nirwana kunnen in hun geheel worden gezien in relatie tot ons persoonlijke idee van het zelf. De leer van Boeddha over lijden, de oorzaken ervan, de staat van beëindiging van lijden en het pad dat leidt naar die staat van beëindiging, dient te worden bezien vanuit het standpunt van het individu.

Hoewel onze huidige situatie binnen samsara het gevolg kan zijn van ons eigen karma uit het verleden, gemotiveerd door verstorende emoties, hebben wij de mogelijkheid om nieuw, deugdzaam karma op te wekken in de vorm van altruïstisch gemotiveerde handelingen. We hebben onze toekomst in eigen hand.