De realiteit waarin we leven
Stel je een groep mensen voor die aan een overdadig banket heeft plaatsgenomen. Ze zitten aan lange tafels waarop de meest heerlijke spijzen staan uitgestald. Een duizelingwekkende verzameling voedsel, op de verrukkelijkste wijze bereid, staat vlak voor hun neuzen te dampen en te glinsteren. Vreemd genoeg steelt geen enkele feestganger een hand naar het voedsel uit. De borden zijn leeg, ze eten er geen kruimeltje van. Zo zitten ze al een hele tijd en ze zijn langzaam aan het verhongeren.
Ze verhongeren niet omdat ze niet kunnen meedoen aan dit schitterende feest, omdat eten hun verboden is of omdat het schadelijk zou zijn. Ze verhongeren omdat ze zich niet realiseren dat ze voedsel nodig hebben. Ze weten niet dat de pijn in hun maag van de honger komt. Ze beseffen niet dat ze alleen maar hoeven toe te tasten en te genieten van het feestmaal dat voor hen staat.
Dit is de realiteit waarin wij leven. De meesten van ons hebben het vage gevoel dat er iets in ons leven ontbreekt. Toch hebben wij totaal geen besef van ons eigenlijke probleem en wat we eraan zouden moeten doen. Misschien zijn we ons er vaag van bewust dat er eten voor onze neus staat, maar we brengen dat niet in verband met de pijn die we van binnen voelen, ook al wordt deze steeds feller en heviger.
We verlangen naar iets. We voelen pijn en een tekort. We lijden. Alles wat we nodig hebben om de onvrede te verdrijven, is binnen handbereik. Toch beseffen we het niet.
Volgens de boeddha-dharma is deze droevige toestand, deze intense en nooit aflatende onvrede, de eerste waarheid van ons bestaan. Alle pijn die we onszelf en anderen aandoen - de haat, de voortdurende strijd, het gemanipuleer, de conflicten - komt uit onszelf voort. Het is het product van ons eigen hart en van onze eigen geest. Het resultaat van onze eigen verwarring.
Hierbij komt nog dat we deze toestand, zolang we niet precies zien wat ons probleem is, zelf in stand houden.
We dragen onze verwarring over op onze kinderen, generatie op generatie en doen onszelf en anderen steeds weer hetzelfde aan.
Toen de Boeddha een onbevangen blik wierp op zijn eigen hart en geest, besefte hij dit, en hetzelfde gebeurde met velen die na hem kwamen. Al deze mensen ontdekten op eigen kracht dat ze leden en dat alleen zijzelf hieraan een einde konden maken.
Dit wil niet zeggen dat we helemaal geen problemen meer zullen hebben als we tot inzicht gekomen zijn en dat alles dan verder op rolletjes zal verlopen. Geen enkel leven - ook niet dat van een boeddha - zal zonder problemen verlopen. De boeddha-dharma belooft ons niet dat we van alle problemen zullen worden verlost. Het spoort ons aan de aard van onze problemen, hoe ze ontstaan, grondig te onderzoeken. De boeddha-dharma is geen studeerkamerfilosofie. Het heeft niets met wensdromen te maken. Het roept ons op de realiteit onder ogen te zien en ernaar te handelen.
Er bestaat een oud verhaal over een man die de Boeddha opzocht omdat hij gehoord had dat de Boeddha zo'n groot leraar was. Zoals iedereen, had hij ook in zijn leven nodige tegenslag gehad en hij dacht dat de Boeddha misschien in staat was hem voorgoed van zijn problemen te verlossen.
Hij vertelde de Boeddha dat hij boer was. "Ik houd van het boerenleven," zei hij, "maar soms regent het te weinig en dan mislukt de oogst. Vorig jaar moesten we het bijna met de dood bekopen. Andere keren regent het juist weer te veel, wat ook niet goed is voor de oogst."
De Boeddha luisterde geduldig.
"Ik ben getrouwd," zei de man. "Ik heb een prima vrouw. Ik houd echt van haar. Maar soms kan ze zo tegen me zeuren. Soms word ik zo moe van haar."
De Boeddha luisterde zonder een woord te zeggen.
"Ik heb ook kinderen," zei de man. "Leuke kinderen, dat wel...Maar soms doen ze net alsof ik niet besta. En soms..."
Zo passeerden al zijn zorgen en problemen de revue. Ten slotte was hij uitgepraat. Vol spanning wachtte hij op de woorden van Boeddha die aan al zijn problemen een einde moest maken.
Tot zijn verbazing zei de Boeddha: "Ik kan je niet helpen."
"Hoe bedoelt u?" zei de man.
"Iedereen heeft problemen," antwoordde de Boeddha. "We hebben allemaal drieëntachtig problemen. Drieëntachtig problemen waaraan we niets kunnen doen. Als je echt je best doet kun je er misschien één oplossen, maar zodra het verdwenen is, komt er direct weer een ander voor in de plaats. Alle mensen van wie je houdt zullen op een gegeven moment uit je leven verdwijnen. En ook jij zult op een gegeven moment doodgaan. Dat is een probleem, en jij noch wie ook kan daaraan iets doen, dus ook ik niet."
De man werd woedend. "En ik dacht nog wel dat u zo'n groot leraar was!" schreeuwde hij. "Ik dacht dat u me wel zou kunnen helpen! Wat hebben we aan zo'n leer?"
De Boeddha antwoordde: "Misschien is die wel goed voor het oplossen van het vierentachtigste probleem."
"Het vierentachtigste probleem?" riep de man verbaasd. "Wat is het vierentachtigste probleem?"
Boeddha antwoordde: "Dat je helemaal geen problemen wilt hebben."
We denken dat we problemen zo moeten aanpakken dat ze niet meer bestaan. Maar dan proberen we de Realiteit te veranderen in iets wat niet bestaat. We proberen de wereld zo in te richten en te veranderen dat honden nooit meer bijten, ongelukken tot het verleden behoren en dat de mensen op wie we gesteld zijn eeuwig zullen leven. Zelfs een oppervlakkige beschouwing van dit streven zal aantonen dat het vergeefs is.
Dit is de Realiteit van het leven. We mogen onze ogen er niet voor sluiten. Onkruid zal opkomen, hoewel we er een hekel aan hebben. Bloemen verwelken, hoe mooi we ze ook vinden en hoe graag we er nog een tijdje van zouden willen genieten. Het menselijk leven wordt gekenmerkt door onvrede. Het is in ons en overal om ons heen. Dit is volgens de boeddhadharma de eerste waarheid van het menselijke bestaan. Hoe moeten we met deze Realiteit omgaan? Moeten we onszelf iets wijsmaken en hopen dat alles waarvan we houden niet zal sterven? De ontwaakte zou daarop met een resoluut "nee" antwoorden.
De Boeddha-dharma is geworteld in de Realiteit. Het is niet zweverig, heeft niets met wensdenken of met ontkenning van de aard van het leven te maken. Er wordt niet geprobeerd om de feiten te bedekken, op te poetsen of in een ander daglicht te plaatsen.
We moeten inzien dat onze onvrede uit onszelf komt. Het vloeit voort uit onze onwetendheid, uit onze blindheid voor de werkelijkheid waarin we leven, uit ons verlangen van de werkelijkheid iets anders te maken. Ons verlangen, ons streven, onze dorst om aan de Realiteit te ontsnappen vormt de bron van onze onvrede.
De tweede waarheid van de boeddha-dharma is dat we zelf de bron van onvrede zijn. De derde waarheid is dat we zelf tot het inzicht kunnen komen hoe onvrede ontstaat en er radicaal een einde aan kunnen maken.
De vierde waarheid, reikt een methode aan om tot dit besef te komen. Dit besef of deze realisatie wordt nirvana of verlichting genoemd. Een betere omschrijving ervan is misschien vrijheid van geest.
-
We beschouwen onze spirituele zoektocht - ons geworstel met wezenlijke problemen - vaak als een reis. Maar de reis waaraan we nu beginnen is niet een reis in de gebruikelijke zin van het woord.
Bij reizen denken we meestal aan een beweging in een richting, aan het bereiken van een bepaalde plek in de wereld of iets in onszelf. Maar in het boeddhisme gaat deze reis nergens naartoe, niet naar binnen, niet naar buiten. Het is meer een reis naar het meest nabije, naar datgene wat onmiddellijk voor de hand ligt. Het doel van onze reis is ontwaken in het hier en nu, Om volledig te kunnen leven moeten we volledig in het moment aanwezig zijn.
De vraag is: hoe doe je dat?
Om het antwoord op deze vraag zelf te vinden, dien je drie dingen te beseffen. Ten eerste moet je er volledig bewust van zijn dat het leven geen moment stilstaat. Ten tweede moet je begrijpen dat je zoals je bent, al compleet, heel of af bent. Ten derde moet je zien dat je een licht voor jezelf moet zijn en dat alleen jij jezelf kunt redden.
-
Pluk een bloem, bijvoorbeeld een prachtige bloeiende roos. Geniet van die heerlijke geur. Kijk naar het patroon van de blaadjes, de duizelingwekkende kleur, voel de fluweelachtige structuur ervan. Deze aanblik zal ons ontroeren en blij maken. Een bloem verwelkt snel, verliest haar bladeren, wordt bruin en verandert uiteindelijk in compost.
Wij proberen dit probleem op te lossen door de echte roos te vervangen door een plastic exemplaar, één die nooit doodgaat (en nooit leeft). Maar zijn wij echt tevreden met een plastic roos? Nee, natuurlijk niet. Wij willen de echte roos. We willen de bloem die sterft. We willen die, omdat zij sterft, omdat zij vergankelijk is, omdat zij verdwijnt. Het zijn deze eigenschappen die de bloem begerenswaardig maken. Dat is wat we allemaal willen; iets levends, wat sterft.
Jouw eigen geest en lichaam zijn ook waardevol, omdat zij voorbijgaande verschijnselen zijn. Ze veranderen, altijd, op elk moment. Eigenlijk ben je niets anders dan verandering. Laten we hier even bij stilstaan. Het hoeft geen betoog dat je niet meer hetzelfde lichaam hebt als toen je een kleuter was. Ook je geest is niet meer hetzelfde. Als je nog nauwkeuriger kijkt, zul je ontdekken dat je zelfs niet meer dezelfde geest en hetzelfde lichaam hebt die je had toen je enkele ogenblikken geleden deze pagina opende. In die paar seconden zijn er in je lichaam vele cellen geboren en weer gestorven. Een onnoemelijke hoeveelheid chemische veranderingen vond er intussen in je organen plaats. Je gedachten veranderen door de woorden die je nu leest en de omstandigheden waarin je je nu bevindt. Duizenden synapsen in je hersenen vuren aan één stuk door. Elk moment verander je weer.
Evenals de roos, zijn ook ons lichaam en onze geest vergankelijk.
In feite is alles wat we ervaren - ons lichaam, onze geest, onze gedachten, onze begeerten en behoeften, onze relaties - vergankelijk en veranderlijk. We sterven elk moment en worden elk moment opnieuw geboren. Dit proces van geboorte en dood is eindeloos, voltrekt zich van moment tot moment, vlak voor onze neus. Alles waarnaar we kijken - inclusief onszelf en alle aspecten van het leven - is niets anders dan verandering. Vitaliteit is het product van geboren worden en sterven. Deze vergankelijkheid, dit constante ontstaan en vergaan, zijn de processen die ervoor zorgen dat we bruisen van leven en vitaliteit.
Toch doen we voortdurend ons best te voorkomen dat dingen veranderen. We willen dingen vasthouden, ons eraan vastklampen.
Je leeft al in de Realiteit, of je het ziet of niet. Realiteit is wat hier en nu gebeurt. Jij bent er ook, in dit hier en nu. Je beseft het zelf, het is je directe ervaring. Je staat niet los van de Realiteit. De Realiteit is niet 'ergens anders', maar hier op de plek waar jij je bevindt.
Hierdoor wordt het mogelijk te veranderen en te ontwaken. Je hebt de kans om op dit moment wakker te worden, in het hier en nu, op dit moment. Verlichting is altijd binnen je bereik.
De meesten van ons denken - of hebben gehoord - dat het andersom is, dat we eerst iets moeten uitzoeken om tot verlichting te komen. Maar je hoeft je eigen ervaring niet te ontdekken. Die heb je al, uit de eerste hand.
Je bent al verlicht. Het enige wat je moet doen, is jezelf niet langer in de weg staan en serieus kijken naar wat er van moment tot moment gebeurt. Er ontbreekt niets aan je. Je moet alleen ophouden met het verdraaien en interpreteren van hetgeen je ziet.
In zijn laatste toespraak voor zijn dood zei Boeddha: "Wees allemaal een licht voor jezelf; neem geen toevlucht tot iets buiten jezelf. Houd vast aan de Waarheid. Steun op niemand behalve op jezelf."
Jij bent de uiteindelijke autoriteit. Ik niet en ook de Boeddha niet, de bijbel niet, de regering niet, de minister-president niet, je vader en moeder niet. Geen enkele groep filosofen, wetenschappers, Priesters, academici, politici, geen school, wet, parlement of gerechtshof is verantwoordelijk voor jouw leven, voor jouw woorden, voor jouw daden. Jij, alleen jij bent die autoriteit. Je kunt je er niet aan onttrekken en er niets aan veranderen. Je kunt jezelf natuurlijk wijsmaken dat je niet verantwoordelijk voor jezelf bent, of die verantwoordelijkheid ontkennen, of die op een ander afschuiven. Maar dat wil niet zeggen dat je er echt vanaf bent. Jij bent degene die de verantwoordelijkheid op een ander afschuift. Jij kiest ervoor te ontkennen dat je verantwoordelijk bent. Jij bent degene die heeft besloten zichzelf wijs te maken dat hij niet verantwoordelijk is of daartoe niet in staat is.
Dat jijzelf deze autoriteit bent is helemaal geen last, maar juist iets prachtigs. Het betekent dat je alles wat je nodig hebt om te ontwaken zelf in huis hebt. Je hebt het in je eigen handen - nu. Je hoeft nergens naartoe te gaan. Je kunt op dit moment, op deze plek ontwaken. Je beschikt over alle vermogens die nodig zijn om gelukkig te worden.
Je bent, met andere woorden, in staat alles het hoofd te bieden wat op je weg komt. Iedereen heeft de kracht gewoon zichzelf te zijn en daaraan hoeft niets te worden toegevoegd. Er is geen gebrek; er is niets afwezig. Het feestmaal is al opgediend, je hoeft alleen maar toe te tasten.
Om aan je geestelijke onrust een einde te maken hoef je alleen maar te zien dat er niets 'buiten je' is om reikhalzend naar uit te kijken, omdat op dit moment alles al heel en compleet is. Als je dit beseft, kun je ontwaken uit die eeuwigdurende verwarring en angst, kun je jezelf bevrijden van alle kwellende vragen over de zin van het bestaan.
Deze activiteit - dit zien - is de vierde waarheid van de boeddha-dharma. Het is een middel om geestelijk vrij te worden. De vierde waarheid van de boeddha-dharma omvat acht aspecten en wordt daarom ook wel het achtvoudige pad genoemd.
Wat is dit voor een pad? In de eerste plaats gaat het erom dat we zien wat ons probleem is. Vervolgens nemen we het besluit het probleem aan te pakken. Als je ziet, weet je dat het noodzakelijk is bewust te leven, niet omdat iemand anders dat van je verlangt of omdat het nodig is om een doel of idee te realiseren, maar louter en alleen om volledig in het moment aanwezig te kunnen zijn. Zodra je ziet, zul je bewust spreken, handelen en leven. Verstandige woorden, handelingen en de juiste manier van leven zullen automatisch volgen. Zij vormen de basis van een moraliteit die werkelijk effect sorteert.
De morele leerstellingen die voortvloeien uit de boeddhadharma zijn geen gedienstig en voorbeeldig leven, waarvoor we op een later tijdstip beloond zullen worden. Echte moraliteit is altijd in het moment geworteld. Het is gebaseerd op het onmiddellijk herkennen van de Realiteit, op hoe ons leven werkelijk is. 'Beloning' vindt direct plaats, hier en nu, en niet in een toekomst die nooit zal komen. Het achtvoudige pad omvat eveneens de juiste inspanning, de juiste aandacht en de juiste meditatie. Maar boeddhistische meditatie is niet wat de meeste mensen onder meditatie verstaan. Het is geen ontspanningsoefening, en ook niet het streven naar een bepaalde geestelijke toestand. Deze meditatie richt zich volledig op het hier en nu, op het op elk moment aanwezig zijn en op het gewaarzijn van wat er op het moment gebeurt.
-
De boeddha-dharma spoort ons niet aan te vluchten in abstracte ideeën. Het probeert onze ogen te openen voor hetgeen we op dit moment ervaren. Je hoeft er niet naar te zoeken. Je hoeft er geen puzzel voor op te lossen. Je hoeft niets te bereiken. Je hoeft niet af te reizen naar Tibet, Japan of waar dan ook. Je moet hier en nu wakker worden. Welbeschouwd kun je nergens anders wakker worden dan hier en nu.
Lange fanatieke zoektochten, pijnlijke spirituele reizen zijn niet nodig. Je bent al op de plek waar je moet zijn. Voor je, op tafel, staat het voedsel uitgestald. Laten we proberen ervan te eten.