Boosheid
In de echte wereld bestaat uitbuiting en er is een grote en onrechtvaardige kloof tussen arm en rijk. De vraag is hoe we vanuit boeddhistisch oogpunt met ongelijkheid en maatschappelijk onrecht zouden moeten omgaan. Is het onboeddhistisch om boos en verontwaardigd te zijn wanneer je met dergelijke omstandigheden geconfronteerd wordt?
Dit is een interessante vraag. Laten we de zaak allereerst vanuit een werelds standpunt bekijken, en wel die van het onderwijs. Wat wordt ons over boosheid geleerd?
Ik zeg vaak dat we serieuzer zouden moeten ingaan op en onderzoek zouden moeten doen naar de vraag of ons zogeheten moderne onderwijssysteem geschikt is voor het ontwikkelen van een gezondere samenleving.
Sommige Amerikaanse wetenschappers maken zich ernstig zorgen over maatschappelijke problemen. In de loop der jaren hebben we vele malen gediscussieerd over de waarde van mededogen, en een aantal van deze wetenschappers voerde een experiment uit met studenten van de universiteit.
Ze lieten de studenten twee á drie weken aandachtige, doelbewuste meditatie beoefenen (mindfulness), en na deze periode van meditatie onderzochten de wetenschappers welke veranderingen bij hun proefpersonen hadden plaatsgevonden. Ze meldden dat de studenten na deze periode van meditatie beoefenen kalmer waren, een scherper verstand hadden, minder stress ervoeren en een verbeterde geheugenfunctie hadden.
De University of British Columbia in Canada heeft een nieuw instituut opgericht dat onderzoek doet naar hoe je binnen het moderne onderwijssysteem bij studenten warmhartigheid kunt kweken. Zeker vier á vijf universiteiten in de Verenigde Staten erkennen dat het hedendaagse onderwijs in dit opzicht tekortschiet.
Eindelijk wordt er onderzoek gedaan om dit probleem aan te pakken en manieren voor te stellen waarop het systeem verbeterd kan worden.
Als er niet een wereldwijde beweging komt om het onderwijs te verbeteren en meer aandacht aan ethiek te besteden, zal deze onderneming heel lang duren en zal het altijd heel moeilijk zijn.
Uiteraard bestaan er dezelfde gevaren in Rusland en China en ook in India. India is er misschien iets beter aan toe omdat het een erfenis van traditionele spirituele waarden heeft, ook al zal men daar waarschijnlijk niet in termen van logica of rede over dit probleem denken.
Japan is een gemoderniseerd en daarom verwesterst land, dus daarom doen zich in Japan ook westerse problemen voor. De traditionele waarden en gezins- en familiewaarden hebben geleden onder het overnemen van een modern onderwijssysteem. In het Westen is de macht van de kerk en de steun van de kerk voor gezin en familie achteruitgegaan, en daarvan heeft de samenleving de gevolgen ondervonden. Ook in Japan is de invloed van godsdienstige instellingen getaand en heeft dat effect gehad op het familieleven.
Laten we het nu hebben over de rol die godsdienstige mensen kunnen vervullen bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Alle godsdienstinstellingen hebben dezelfde elementaire waarden: mededogen, liefde, vergevingsgezindheid, verdraagzaamheid. Ze uiten en bevorderen deze waarden op verschillende manieren. En godsdienstigen die het bestaan van God aanvaarden, hebben een andere benadering dan mensen die dat niet doen, zoals boeddhisten. De huidige paus is een zeer geleerd theoloog en hoewel hij een religieus leider is, benadrukt hij dat geloof en rede hand in hand moeten gaan.
Godsdienst die alleen op geloof gebaseerd is, kan uitmonden in mystiek, maar rede geeft het geloof een fundering en maakt het relevant voor het dagelijks leven.
In het boeddhisme moeten geloof en rede altijd vanaf het begin samengaan. Zonder rede is het slechts blind geloof, iets wat de Boeddha verwierp. Ons geloof moet gebaseerd zijn op de leer van de Boeddha.
De Boeddha onderwees allereerst de Vier Nobele Waarheden, de basis van alle boeddhistische doctrines, volgens welke de wet van oorzaak en gevolg alles bepaalt.
Hij wees het idee van een god als schepper van alles af. Het boeddhisme gaat uit van de logische gedachte dat alle geluk en leed uit bepaalde oorzaken voortkomen. Het boeddhisme is dus in beginsel rationeel, vooral de boeddhistische stromingen die op de Sanskriettraditie gebaseerd zijn. Daaronder valt ook het Japanse boeddhisme, dat wil zeggen, het boeddhisme dat de beroemde traditie van de Nalanda-universiteit uit het oude India voortzet.
Volgens de Nalanda-traditie moet alles met de rede begrepen worden. We moeten beginnen met sceptisch zijn en alles in twijfel trekken, zoals we in de wereld van nu ook doen. Scepticisme brengt vragen voort, vragen leiden tot onderzoek, en onderzoek en experimenten leveren antwoorden op.
Boeddhisten geloven de leer van de Boeddha niet louter omdat hij die uiteenzette. We benaderen de leerstellingen met een sceptische houding en onderzoeken die vervolgens om erachter te komen of het de waarheid is. Wanneer we weten dat een leerstelling werkelijk klopt, kunnen we die accepteren.
De boeddhistische leer is niet louter mystiek, hij is op de rede gebaseerd.
Het Japanse boeddhisme is aanzienlijk afgeweken van die op de rede gebaseerde benadering. Zo is het doel van het zenboeddhisme om de verbale logica te overstijgen. Bij het Nembutsu-geloof (dat van de Zuiver Land boeddhisme) is het doel je volledig over te geven aan de reddende kracht van de Boeddha Amida.
Omdat Japanse boeddhisten de nadruk leggen op het overstijgen van de logica en op de overgave, zijn ze geneigd te zeggen dat logische uitspraken niet echt boeddhistisch zijn en gaan ze ervan uit dat mensen die logisch denken slechts een laag niveau van boeddhistisch begrip hebben bereikt, of zich nog niet volledig hebben overgegeven.
Wanneer deze boeddhisten dingen zeggen als: "Maak jezelf niet in de war met logica. Geloof gewoon." Verschaft dat monniken een excuus om hun eigen ervaring niet meer rationeel te onderzoeken.
6