Dansen met de vlammen

Als jonge vrouw reisde ik van het spaargeld van mijn eerste echte baan wekenlang door Nieuw-Zeeland, land vol natuurkracht en bezieling. Op een avond belandde ik met mijn reisgezelschap rondom een kampvuur. De vuurmeester, die avond verantwoordelijk voor het aansteken en beheren van de vlammen, wreef twee houtjes over elkaar tot ze vonkten. Ondertussen vertelde hij honderduit. In de Maori-cultuur, waartoe hij behoorde, ging een oud gezegde over vuur rond: "Steek het overwoekerde land in brand en scheuten van nieuw vlas zullen opschieten." Vlas is een belangrijke grondstof in de traditie van de Maori - dat had ik onthouden. Zo kon ik de Maori-vertaling nu ook terugvinden. Maar het is vooral de figuurlijke uitleg die me door de jaren heen bij is gebleven. 

"Durf het oude te vernietigen, zodat het nieuwe kan ontstaan."

Gek eigenlijk, hoe zoiets indruk maakt maar dat ik pas nu, ruim twintig jaar later, de diepere betekenis ervan echt lijk te doorvoelen. Op mijn linker onderarm staat een klein vlammetje getatoeëerd. De laatste weken meanderen mijn gedachten langs dat oude vuurgezegde, als ik ernaar keek. Het element vuur is de oerkracht die kan vernietigen en tegelijkertijd scheppen. Het is een natuurwet, een waarheid, dwars door tijd en ruimte heen. Ik vind vuur spannend, soms ook eng. Niets voor niets zijn bij grote vuren vuurmeesters aanwezig. Als de vlammen te hoog oplaaien, is vuur meedogenloos en neemt het alle zuurstof weg. Als de vlammen bijna doven, verdwijnen licht en warmte in het duister. De kunst is om met de vlammen te dansen. Dat vraagt lef, vertrouwen, wijsheid ook.